Het mishandelde kind wordt onvoldoende gehoord door justitie en hulpverleners

Stel je wordt als volwassene een tijdlang regelmatig in elkaar geslagen door je partner. Maar gelukkig. Je kunt altijd opstappen. En dat dan na een periode van relatieve stilte (scheiding, straatverbod) de rechter zegt dat jij 'onder begeleiding' verplicht bent je ex weer te ontmoeten voor een spelletje scrabble of pim pam pet. En niemand die met je spreekt met over wat er gebeurd is. Zeker je ex niet, want die maakt er geen woord meer aan vuil. Hoe zou jij je dan voelen?

Honderden mishandelde kinderen maken dit, weliswaar niet met partners maar wel met ouders, regelmatig mee. Natuurlijk, de vergelijking gaat mank. Vooral omdat kinderen afhankelijk zijn van hun ouders en hen niet kunnen verlaten. Als ouders een kind mishandelen blijven ze toch de ouders en ze houden (wettelijk) het recht om hun kinderen te zien. En de kinderen? Die blijven ondanks de mishandelingen weliswaar verlangen naar hun ouders, maar ze verlangen vooral en in de eerste plaats naar een harmonische en veilige relatie met hen.

Een willekeurig voorbeeld uit de praktijk.

Charles van acht jaar was jarenlang getuige van de mishandelingen van zijn moeder door zijn vader. Deze bewerkte zijn vrouw met de stang van de stofzuiger en toen Charles het opnam voor zijn moeder kreeg hij ook flinke meppen. Zijn ouders scheidden en vader kreeg een straatverbod. Charles kampte met slaap- en broekplasproblemen. Op school gingen de leerprestaties achteruit. Toen hij na de scheiding voor deze klachten therapie kreeg, kon hij gaandeweg onder woorden brengen wat in zijn leven gebeurd was. Zijn vader sloeg zijn moeder vooral in de avond en nacht, nadat hij gedronken had. Vaak verliet vader daarna de woning. Charles zelf zat tijdens het geweld bovenaan de trap. Hij ging pas naar beneden 'als de kust veilig was'. Dan haalde hij pleisters en verband en troostte zijn huilende moeder. Charles had nooit met een woord over deze dingen met zijn vader gesproken. Hij was veel te bang dat zijn vader weer in woede zou ontsteken als hij erover begon.

Enkele maanden na de scheiding wilde vader zijn zoon zien en startte daarvoor een gerechtelijke procedure.

Charles sprak met zijn therapeut over zijn angst voor de vader. Hij had nog steeds last van de beelden van vroeger. Hij wilde zijn vader pas zien als deze sorry zou zeggen tegen hem en zijn moeder. Nooit zou hij bij zijn vader willen slapen. 'In de nacht wordt mijn vader pas echt boos'. De therapeut maakte dat kenbaar tijdens de rechtszitting. De rechtbank besloot toch een 'Begeleide Omgangsregeling' in te zetten. Dat betekent dat de ouder het kind ziet in bijzijn van een begeleider. Deze moet het fysieke welzijn van het kind waarborgen tijdens de ontmoetingen. Het woord begeleider is in dit verband eigenlijk onjuist gekozen. 'Oppasser' zou een betere naam zijn, omdat de 'begeleider' meestal slechts aanwezig is en vanuit een hoekje toekijkt. De Begeleide Omgangsregeling heeft zijn waarde. Ze komt tegemoet aan het verlangen van een ouder zijn of haar kind weer te zien. Ze kan ook tegemoet komen aan het verlangen van een kind om weer in contact te komen met een afwezige ouder. Maar als het over kindermishandeling gaat is er meer aan de hand. Het kind wordt geweld aangedaan als er niet aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Ten eerste: het kind moet kunnen meepraten over het wel/ niet of hoe van de te starten Begeleide Omgang. Niemand luistert rond de besluitvorming werkelijk naar wat het kind te zeggen heeft (en kinderen kunnen al op heel jonge leeftijd zeggen wat ze graag willen). Naar een hulpverlener of therapeut die de stem van het kind poogt te verwoorden, wordt vaak ook vaak niet geluisterd, is de praktijk.

Ten tweede: In de rechtbank wordt kindermishandeling regelmatig behandeld alsof er sprake is van een relatieprobleem tussen de ouders. Ouders schuiven elkaar vaak de schuld toe. "Het is gebeurd omdat jij..." enzovoort. En met het wetboek in de hand wordt gesteld dat ouders recht hebben op het zien van hun kind. Maar kindermishandeling is meer dan een relatieprobleem. Er zijn schadelijke feiten gepleegd door een van de ouders (of beiden) ten opzichte van een ander mens, een kind. Waar Begeleide Omgang bij een (vecht)scheiding een goed antwoord kan zijn op de problematiek, is dat bij kindermishandelingszaken niet zondermeer het geval.

Ten derde: een ouder die zich schuldig heeft gemaakt aan kindermishandeling wordt meestal niet genoodzaakt daarvoor verantwoordelijkheid tegenover kind en/of partner af te leggen. Ouders bagatelliseren de gevolgen ervan, of stellen dat het maar weinig is voorgekomen. Het kind moet door de Begeleide Omgang verder zonder dat een woord van schuld tussen ouder en kind uitgesproken is. Kinderen vergeten niet wat er in het verleden gebeurd is. Nooit. Dat moet eerst worden rechtgezet. Succes van een Begeleide Omgang hangt af van het feit of de mishandelende ouder verantwoordelijkheid voor zijn of haar daden kan nemen. En dat het kind tegenover deze ouder kan praten over zijn boosheid, verdriet en pijn. Deze gesprekken voorafgaand aan een Begeleide Omgang vragen om tijd en vereisen gespecialiseerde professionals. Mensen die kunnen luisteren naar kinderen én er (gerechtelijk) naar handelen is een essentiële stap naar heling.

Hoe het verder ging met Charles?

In zijn geval wordt de omgang begeleid door een jonge en niet zo ervaren medewerker van een hulpverleningsorganisatie. Vader spreekt tijdens die bijeenkomsten met geen woord over het verleden. Hij noemt zijn ex-vrouw nog steeds 'een hoer', die de schuld is van het feit dat hij zijn kind niet meer ziet. Tijdens de omgangsuurtjes zet hij zich bovenmatig in bij de spelletjes. Charles gedraagt zich gereserveerd. Na de eerste omgangssessies met zijn vader gaan de leerprestaties van Charles weer achteruit. Hij begint in zijn broek te plassen en de slaapproblemen van vroeger komen in alle hevigheid terug. Hij heeft opnieuw (dure) therapie nodig, waardoor de jeugdzorg op hoge kosten wordt gejaagd.

Na tien sessies schrijft de begeleidster aan de rechtbank dat vader zich ten volle heeft ingezet, maar dat Charles niet echt meewerkt. Dit interpreteert zij als zou moeder de omgang hebben tegengewerkt (van de mishandelingen weet de begeleidster niets af ). De rechtbank besluit dat de omgang voortgezet kan worden zonder begeleiding en stelt dat Charles ook na verloop van tijd bij vader de nacht kan doorbrengen. Charles blijft doodsbang. Voor hem is er niets veranderd.

Wie garandeert deze jongen dat de mishandelingen niet opnieuw beginnen? Wie stelt de moeder gerust ? Maar bovenal: hoe kunnen in deze moeilijke materie justitie en hulpverleners beter tegemoet komen aan de rechten van het kind?

Drs. Paulien Kuipers

GZ-psycholoog / Kinder- en jeugdpsycholoog